Proficiat, Caroline! Je hebt een G1-tornooi gewonnen! Al een beetje bekomen van de adrenaline?
Caroline: “Toch wel een beetje ondertussen (lacht). Maar het klopt wel dat ik totaal niet verwacht om nu al een G-tornooi te kunnen winnen. Ik trok naar daar om ervaring op te doen en kom terug met een gouden medaille. Nooit had ik dat durven hopen.”
Neem ons even mee terug naar de wedstrijd in Zweden? Na een vlotte eerste zege stond je plots tegenover de Belgische ex-olympiër Raheleh Asemani van ABFT?
Ja, dat was echt raar. Mijn mama smste mij een dag op voorhand dat ik als ik mijn eerste match won tegen Rahaleh moest in de kwartfinale. Toen het zover was, was ik toch een beetje nerveuzer dan voor een andere match. Ik ken raheleh en we hebben al tegen elkaar gespard in testwedstrijden. Maar op een tornooi, dat is toch iets anders!
Maar je won de match?
“Ja, klopt. We waren fel aan elkaar gewaagd. Ik had het voordeel dat coach Ali (bondscoach Alireza Nassrazadany, nvdr) Raheleh heel goed kent. Maar zelfs dan heb ik in de match nog dingen moeten veranderen. Het was close maar ik ben blij dat ik die match gewonnen heb.”
Daarna stoomde je door naar tornooiwinst?
“Na die gewonnen match tegen Raheleh was het laatste waar ik aan dacht ‘ik ga hier goud pakken’. Ik wilde vooral tot rust komen. Maar plots volgden die partijen elkaar heel snel op. Tegen Kindl in de halve finale verloor ik de eerste ronde. Daarna kwam ik beter in de match.”
De finale was tegen de Amerikaanse Faith Dillon, de nummer 14 van de olympische ranglijst?
“Eerlijk, ik kende haar totaal niet. Blijkbaar heeft ze al het één en ander bewezen. Toen ik de eerste trap op mijn pantser incasseerde, drong het door dat ik tegenover een topper stond (lacht). Zo hard! Ik was zelfs even van de kaart. Die eerste ronde verloor ik ook dik. Maar vanaf de tweede ronde, stond ik er weer. Op het juiste moment haalde ik mijn beste niveau.”
Wanneer drong de tornooizege echt door?
“Toen ik die medaille om mjin nek kreeg. Een mooie bevestiging dat ik het echt wel kan op dit niveau. Dit smaakt naar meer.”